Diamanten

De waarde van een diamant wordt bepaald door de combinatie van vier kwaliteitsnormen, de 4 C’s (carat, clarity, color, cut)

Carat (karaat)

Het gewicht van een diamant wordt uitegedrukt in karaat.  1 Karaat (ct) is gelijk aan 200 milligram of 100 punten.   In 1 gram gaan dus 5 karaten.  Karaat is de standaard gewichtseenheid voor diamanten en de meeste edelstenen.

Clarity (zuiverheid)

Een diamant is loepzuiver als hij vrij is van interne fouten.  Een diamant varieert van loepzuiver tot onvolmaakt. De grootte, het aantal en de plaats van de onzuiverheden, de ligging van de interne en externe kenmerken, de belangrijke structuurverschijnselen en de kleur en transparantie van onzuiverheden bepalen uiteindelijk de zuiverheidsgraad van een diamant. Slechts een beperkt aantal diamanten is loepzuiver, d.w.z. dat ze volledig vrij van insluitingen en vlekken zijn wanneer ze door een expert onder een loep (10x vergrotend) bekeken worden. De laagste zuiverheidgraad ( aangeduid door p voor piqué ) verwijst naar insluitsels die met het blote oog waar te nemen zijn.

Color (kleur)

De kleur van de diamant wordt bepaald door de vergelijking met een internationaal gekeurde reeks ijkstenen.   Men kijkt dus in hoeverre de kleur van een steen afwijkt van een kleurloze (een blauwwitte) diamant. Het merendeel van de diamanten heeft een vleugje geel  en een klein aantal diamanten heeft een kleur die afwijkt van het normale type. Met uitzondering van enkele diamanten in fantasiekleuren  zoals blauw, roze, paars of rood, is de kleurloze diamant “de exceptional white “ (D+), de meest waardevolle en de meest gegeerde.

Cut (slijpvorm)

Cut verwijst naar de interne verhoudingen en afwerkingsgraad van een geslepen diamant.

  •  De interne verhoudingen verwijzen naar de relatie grootte-hoek tussen de facetten en de verschillende delen van de diamant. Als deze verhoudingen ideaal zijn, zal de diamant erg schitteren.
  • Onder afwerking verstaan we de vorm en de plaats van de facetten en het slijpen. Het slijpen beïnvloedt zowel het gewicht als de schittering van de diamant.

Naarmate de verhoudingen en de afwerking meer en beter balanceren, zal ook de waarde van de diamant stijgen.
 
Tenslotte wordt aan de steen ook een bepaalde slijpvorm gegeven zoals ronde briljant, peervorm, ovaalvorm, markiesvorm, hartvorm, smaragdvorm, princes en the flander cut.

Goud

Puur goud wordt aangegeven met 24 karaats en is van nature vrij zacht.  Daarom gaat men ter verharding puur goud mengen met zilver en koper.   Goud wordt ook gelegeerd met palladium, om te voldoen aan de Europese normen i.v.m nikkelallergie, wat de prijs duurder maakt.
In Europa  is 14 (58,5% goud) en 18 (75% goud) karaats gangbaar voor de fabricage van sieraden.

Geel goud

Geel goud is een goudlegering waaraan  meer zilver dan koper is toegevoegd. Door de witte kleur van zilver verkleurt het oranjeachtige donkergeel van 24-karaats goud naar lichtgeel. Een goudlegering waarin koper overheerst, noemt men rood goud.

Wit goud

Wit goud is een legering van goud en palladium (vroeger nikkel.)

Deze legering is echter gebroken wit. Daarom gaat men deze juwelen behandelen met een laag van rhodium ter afwerking.  Zo krijgt men een zuiver witte kleur.  Bij slijtage kan de ring terug wat donker worden, dit kan altijd verholpen worden door de ringen opnieuw te laten rhodieren.  De legering moet voldoen aan de Europese wetgeving inzake Nikkelallergie, Daarom gaat men ook nog bijkomend legeren met palladium .